Examples of using "Geschenkt" in a sentence and their dutch translations:
Mijn oom gaf me dit horloge.
Wat heeft Tom je met Kerst gegeven?
Tom heeft een hamster gekregen voor Kerstmis.
Mijn broer heeft mij een schattige pop gegeven.
Tom gaf me deze cd voor kerst.
- Tom gaf me een heel mooi kerstcadeau.
- Tom heeft me een heel mooi kerstcadeau gegeven.
Ik kocht een sjaal voor mijn opa van mijn vaders kant voor zijn 88ste verjaardag.
Niemand lijkt aandacht te hebben besteed aan wat hij zei.
Hij gaf haar een pop.
Ik gaf haar een boeket als dank voor haar gastvrijheid.
Tom heeft de sokken die ik hem met kerst gaf nooit gedragen.
Ze gaf me een horloge als een verjaardagscadeau.
- Wat heb je voor haar gekocht voor Kerstmis?
- Wat hebt u voor haar gekocht voor Kerstmis?
- Wat hebben jullie voor haar gekocht voor Kerstmis?
Hij sneed het met het mes dat hij van zijn broer cadeau had gekregen.
Tom wilde het hemd niet dragen dat zijn moeder hem voor Kerstmis had gegeven.
Ik ben het uurwerk verloren dat mijn vader mij gegeven had.