Examples of using "Fließt" in a sentence and their dutch translations:
Alles stroomt.
Water vloeit.
Bloed stroomt door de aderen.
Bloed stroomt door bloedvaten.
De Seine loopt door Parijs.
De brede rivier stroomt traag.
De Tiber stroomt door Rome.
- De rivier mondt uit in de Stille Oceaan.
- De rivier komt uit in de Pacifische oceaan.
- De rivier stroomt uit in de Pacifische oceaan.
Alles stroomt.
- Het water vloeit.
- Het water is aan het vloeien.
Een rivier stroomt door het dal.
De Rijn stroomt tussen Frankrijk en Duitsland.
De rivier die door Parijs stroomt, is de Seine.
De rivier die door Parijs stroomt, is de Seine.
Het regenwater vloeit uit de dakgoot door de regenpijp in de riolering.