Examples of using "Fett" in a sentence and their dutch translations:
Is Laurie dik?
Vet drijft bovenop.
Ik ben dik.
In varkensvlees zit veel vet.
Al hun vee is vet.
Deze kat is erg dik.
Ik ben dik.
Is ze zwanger of alleen maar dik?
Word niet dik.
Als je zoveel eet, zal je dik worden.
Ik ben zo dik.
Je bent niet dik.
Je bent niet dik.
Ik ben zo dik.
Is ze zwanger of alleen maar dik?
- Tom is aangekomen.
- Tom is dikker geworden.
Room is een witte, enigszins gelige vloeistof, bestaande uit geconcentreerde eiwitten en vet.
- Ik ben lang.
- Ik ben belangrijk.
Jane is dik en onbeschoft en rookt te veel. Maar Ken vindt haar schattig en charmant. Daarom wordt er gezegd dat liefde blind is.