Examples of using "Feiern" in a sentence and their dutch translations:
Feestjes zijn leuk.
- Laten we onze overwinning vieren!
- Laten we onze overwinning vieren.
Feestjes vervelen mij.
Overmorgen hebben ze een feest.
Ik word maar zelden op feestjes uitgenodigd.
Ik word maar zelden op feestjes uitgenodigd.
Zij zullen morgen hun bruiloft vieren.
Op 14 februari vieren Amerikanen Valentijnsdag.
Op 14 februari vieren Amerikanen Valentijnsdag.
Er wordt gezegd dat de Japanners Kerstmis niet vieren zoals de Amerikanen dat doen.
Vandaag vieren we de 125ste verjaardag van Esperanto!
- Heb je besloten waar je kerstavond gaat vieren?
- Hebt u besloten waar u kerstavond gaat vieren?
- Hebben jullie besloten waar jullie kerstavond gaan vieren?
- Vier je Kerstmis?
- Viert u Kerstmis?
- Vieren jullie Kerstmis?
Ga je uit vanavond?
Op 14 februari vieren Amerikanen Valentijnsdag.
Wat doe jij om je verjaardag te vieren?
Mocht het onverhoopt gaan regenen, dan gaan we gewoon binnen vieren.
Hij wordt nooit uitgenodigd op feestjes.
Wat heb je tijdens de vakantie gedaan?
We vieren 28 november als Tatoebadag, omdat het de dag is waarop Turks, Esperanto en Grieks werden toegevoegd.
Hebt u al besloten waar u Kerstmis gaat doorbrengen?
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers op zogenaamd "pannenbier" trakteert om dit te vieren. Er wordt dan een vlag in de nok van het huis geplaatst. Is de opdrachtgever te gierig om te trakteren, dan wordt geen vlag, maar een bezem geplaatst.