Examples of using "Eintreten" in a sentence and their dutch translations:
Ga niet naar binnen!
Mag ik binnenkomen?
Je mag nu binnenkomen.
Mag ik binnenkomen?
We moeten voor onze rechten opkomen.
Gelieve te kloppen alvorens binnen te gaan.
- Kan ik binnenkomen?
- Mag ik binnenkomen?
Ik deed een stap opzij om hem naar binnen te laten gaan.
- Kan ik binnenkomen?
- Mag ik binnenkomen?
Alleen wanneer de armen de zalen van de rijken betreden, is het dat de rijken merken dat de armen bestaan.