Examples of using "Dauerte" in a sentence and their dutch translations:
De busrit duurde.
Het duurde een maand.
De sneeuwstorm bleef doorgaan.
De bespreking duurde langer.
De regen duurde vijf dagen.
De oorlog duurde twee jaar.
Het duurde erg, erg lang.
De voorstelling heeft twee uur geduurd.
- De film duurde 2 uur.
- De film duurde twee uur.
Het telefoongesprek duurde zes uur.
Het heeft maar drie uur geduurd.
De bouw van de kathedraal duurde vier jaar.
De vergadering duurde tot vijf uur.
De Amerikaanse Burgeroorlog duurde vier jaar.
De ganse aangelegenheid duurde maar een ogenblik.
Het bleef drie dagen regenen.
De verdeling van de stembiljetten duurde tien minuten.
Zijn toespraak duurde zo lang, dat men in slaap viel.
Vroeger duurde een reis naar Amerika vele weken.
De opkomst van Soult van sergeant tot brigadegeneraal duurde minder dan drie jaar.
- De regen hield aan gedurende een week.
- Het regende een week lang.
Het telefoongesprek duurde zes uur.
Ik had wat tijd nodig om te begrijpen wat ze probeerde te zeggen.
Het programma duurde van twee tot vijf.