Examples of using "Date" in a sentence and their dutch translations:
- Is het een afspraak?
- Is het een afspraakje?
Ik heb geen date.
- "Ben je single?" "Technisch gezien wel, maar ik heb komende vrijdag een date."
- "Ben je vrijgezel?" "Technisch gezien wel, maar ik heb komende vrijdag een afspraakje."