Translation of "Verabredung" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Verabredung" in a sentence and their dutch translations:

Ich habe eine Verabredung.

Ik heb een date.

Ich habe keine Verabredung.

Ik heb geen date.

Hast du eine Verabredung mit ihm?

Hebt ge een afspraak met hem?

Tom hatte eine Verabredung mit Maria.

Tom had een afspraak met Maria.

Ich habe leider schon eine Verabredung.

- Het spijt me, maar ik heb al een date.
- Sorry, maar ik heb al een afspraak.

Heute habe ich eine Verabredung mit dem Schicksal.

Ik heb vandaag een afspraak met het lot.

- Ist es eine Verabredung?
- Ist es ein Date?

- Is het een afspraak?
- Is het een afspraakje?

- Ich habe kein Date.
- Ich habe keine Verabredung.

Ik heb geen date.

Nächsten Freitag habe ich eine Verabredung mit einem Mädchen namens Maria.

Komende vrijdag heb ik een afspraakje met een meisje dat Maria heet.