Examples of using "Blicken" in a sentence and their dutch translations:
- Hij verschijnt.
- Hij verschijnt wel.
Even terug gaan naar die slimme huid.
- Ze kwamen niet opdagen.
- Ze zijn nooit op komen dagen.
Ze kleedde mij uit met haar ogen.
Wij Weners kijken met vertrouwen naar ons verleden.
met het vertrouwen dat uit zijn blikken flitste.
Waarom hebben ze zich nog niet laten zien?
Maar in de stilte van mijn eigen huis, waar de lerares me niet kon zien,
Ik heb drie uur op Tom gewacht maar hij liet zich niet zien.
Soldaten, hoog vanaf de piramides observeren veertig eeuwen geschiedenis jullie.
Hij kleedde haar uit met zijn ogen.