Examples of using "Birnen" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet peren.
- Hou je van peren?
- Houdt u van peren?
- Houden jullie van peren?
Ik eet geen peren.
- U vergelijkt appels met peren.
- Jullie vergelijken appels met peren.
- Je vergelijkt appelen met peren!
- Je vergelijkt appels met peren.
- U vergelijkt appels met peren.
- Jullie vergelijken appels met peren.
John heeft vijf appels. Hij geeft er één aan Maria. Hoeveel peren zitten er nog in de zak?