Examples of using "Berliner" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben een Berlijner.
- Tom houdt van Berlijnse bollen.
- Tom houdt van boules de Berlin.
- Tom houdt van Berlinerbollen.
Zij houdt van Berlijnse bollen.
Tom eet graag Berlijnse bollen.
Tom eet graag Berlijnse bollen.
De Berlijnse Muur splitste Berlijn in tweeën.
De Berlijnse Muur werd gebouwd om te voorkomen dat Oost-Duitsers naar het Westen zouden vluchten.
Hoeveel berlinerbollen kun je op een lege maag eten? Slechts één. Na de eerste is de maag niet meer leeg.
De verdachte, Tom Schneider, wordt ervan beschuldigd Maria Schmidt in de nacht van woensdag 13 op donderdag 14 februari 2013 te hebben vermoord in haar appartement aan de Berliner Allee 13 b.