Examples of using "Bein" in a sentence and their dutch translations:
Been omhoog!
Mijn been doet pijn.
Een hond heeft in haar been gebeten.
Een hond heeft in haar been gebeten.
Trek niet aan mijn been!
Mijn been is nog steeds verdoofd.
Zij verzorgde zijn gebroken been.
Een hond heeft in haar been gebeten.
De soldaat was gewond aan het been.
Ik heb mijn been gebroken.
Hij is geopereerd aan het linkerbeen.
De chirurg heeft het verkeerde been afgezet.
Ik kan mijn been niet bewegen.
Ik kan mijn been nu nauwelijks bewegen.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.
Hij staat met één been in het graf.
Een krokodil heeft in zijn been gebeten.
Een krokodil heeft zijn been afgebeten.
Ik denk dat ik mijn been heb gebroken.
Ik heb mijn rechterbeen gebroken.
Ze viel naar beneden en brak haar linkerbeen.
Ik heb mijn been met skiën gebroken.
Ik heb mijn been tijdens het skiën gebroken.
Tom verwijderde het verband van Maria's been.
Ik denk dat ik mijn been heb gebroken.
Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.
Drie verwondingen aan één been en twee aan mijn onderbuik.
Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.
Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.
Helaas brak hij bij het ongeval zijn been.
Ik was gewond aan mijn been, ik kon niet meer lopen.
Mijn been doet pijn.
Toen ik klein was en ik mijn been brak, had ik veel pijn.
Elke keer dat je je been eruit trekt zak je er weer wat dieper in.
Mijn paard viel in de rivier en een krokodil beet mijn been eraf.
Tom brak zijn rechterbeen en werd een paar weken voor kerst naar het ziekenhuis gebracht.
Mijn armen zijn voor de balans. Met het touw om mijn voet zodat ik me kan opdrukken.