Translation of "Begleiten" in Dutch

- Begleitest du mich?
- Wirst du mich begleiten?
- Begleiten Sie mich?
- Werden Sie mich begleiten?

Ga je me vergezellen?

Ich werde dich begleiten.

Ik zal u vergezellen.

Ich möchte dich begleiten.

Ik wil met je meegaan.

Ich werde Sie begleiten.

Ik zal u vergezellen.

- Darf ich Sie zum Flughafen begleiten?
- Darf ich dich zum Flughafen begleiten?

- Mag ik u naar het vliegveld begeleiden?
- Mag ik je naar het vliegveld begeleiden?

- Ich werde Sie zum Flughafen begleiten.
- Ich werde dich bis zum Flughafen begleiten.

Ik ga met je mee naar het vliegveld.

Uns begleiten noch Gespenster vergangener Jahrhunderte.

We hebben nog altijd te maken met spoken uit een ver verleden.

Er fragte, ob er mich nach Hause begleiten solle.

- Hij vroeg of hij me naar huis kon brengen.
- Hij vroeg of hij met me naar huis kon lopen.

Wir gingen selbstverständlich davon aus, dass er uns begleiten würde.

We vonden het vanzelfsprekend dat hij mee zou gaan.

- Ich begleite dich nach Hause.
- Lass mich dich nach Hause begleiten.

- Laat mij u naar huis begeleiden.
- Laat me je naar huis brengen.

- Ich wünschte, du könntest mit uns kommen.
- Ich wünschte, Sie könnten uns begleiten.

Ik wou dat je met ons mee kon komen.

Da hatte sich der große Kerl dazu entschieden, die Eindringlinge zur Dschungeltür zu begleiten. Und die Jagd ging los.

Toen besloot de grootste jongen van het woud de indringers... ...de jungle uit te zetten, en begon de achtervolging.