Examples of using "Habillée" in a sentence and their dutch translations:
Ze was in het rood gekleed.
U bent niet goed gekleed.
Ze is elegant gekleed.
- Hou je wat in!
- Kalm maar!
Ze is gekleed als een bruid.
Jane was gekleed als een man.
Ze had zich gekleed als een actrice.
Ze was in het rood gekleed.
Ze was wit gekleed
Weet jij, wie die lange groengeklede blondine is?
Zij kleedt zich altijd in het zwart.
Ze had zich gekleed als een actrice.
- Ik wil u spreken zodra u aangekleed bent.
- Ik wil je spreken zodra je aangekleed bent.
De wit geklede jonge vrouw is mijn verloofde.