Examples of using "Dit " in a sentence and their dutch translations:
Goed gezegd!
Wat heb je gezegd?
Wat zei u?
- Heb ik je dat niet verteld?
- Heb ik jullie dat niet verteld?
Wat zei ze?
Hij zei 'laat me met rust.'
- Heb je hem niks gezegd?
- Heb je hem niets gezegd?
- Waarom heb je het haar niet verteld?
- Waarom heb je het haar niet gezegd?
- Wat zei je? Kan je het nog een keer zeggen?
- Wat zei u? Kunt u het nog een keer zeggen?
Heb jij begrepen wat hij zei?
- Wat heb je gezegd?
- Wat zegt u?
- Wat hebben jullie gezegd?
Heb je er nog over nagedacht over wat ik je verteld heb?
Ik zei tegen mezelf: dat is een goed idee.
Ben je kwaad vanwege wat ik gezegd heb?
Wat heeft hij gezegd?
Dat klinkt interessant. Wat hebt ge haar verteld?
"Ik heb haar vijf dagen geleden gezien," zei hij.
- Wat heb je gezegd?
- Wat zegt u?
- Wat zei u?
- Wat hebben jullie gezegd?
Snap je wat hij zegt?
Wat heb je gezegd?
Het zal wel.
Heb jij begrepen wat hij zei?
Naar ik mij herinner, gebeurde dat niet zoals jij het zegt!
- Heb jij begrepen wat hij zei?
- Hebt gij begrepen wat hij zei?
Wat heeft hij gezegd?
Geloof je wat hij zei?
- Wablieft?
- Wat zegt u?
Dat klinkt interessant. Wat hebt ge haar verteld?
Wat heb je gezegd?
- Heb jij begrepen wat hij zei?
- Hebt gij begrepen wat hij zei?
Geloof je wat hij zei?