Examples of using "Citoyen" in a sentence and their dutch translations:
Mario is een Italiaanse burger.
Ik ben een Franse burger.
Ik ben een wereldburger.
Hij werd een burger van de Verenigde Staten.
Een goede burger is gehoorzaam aan de wet.
Ik ben een Romeinse burger.
Hij werd een burger van de Verenigde Staten.
Tom beschouwt zichzelf als een wereldburger.
En zo speelt elke burger een onmisbare rol.
Ik ben een Franse burger.
Als wereldburger kan ik cultuurbarrières doorbreken.
Een democraat is een vrije burger die de wil van de meerderheid aanvaardt.
Vroeg uit welk land hij kwam, antwoordde hij: "Ik ben een wereldburger."
Een paspoort identificeert je als een burger van een land en stelt je in staat om naar het buitenland te reizen.
Het paspoort van de president van de Verenigde Staten is zwart, niet blauw zoals dat van een gewone burger.