Translation of "Briquet" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Briquet" in a sentence and their dutch translations:

- Puis-je emprunter votre briquet ?
- Puis-je emprunter ton briquet ?

Mag ik je aansteker lenen?

As-tu un briquet ?

- Hebt ge een aansteker?
- Heb je een aansteker?

Puis-je emprunter ton briquet ?

Mag ik je aansteker lenen?

Ce garçon jouait avec un briquet.

Die jongen speelde met een aansteker.

L'homme alluma une cigarette avec un briquet.

De man stak een sigaret op met een aansteker.

Monsieur, vous avez laissé votre briquet sur la table.

Meneer, u heeft uw aansteker op tafel laten liggen!