Examples of using "Auto" in a sentence and their dutch translations:
Is je auto comfortabel?
- Uw auto bevalt mij.
- Ik vind je auto leuk.
Die beschaving zou zelfreproducerende sondes kunnen programmeren
Ik vind je auto leuk.
En verrassend genoeg was China vroeger zelfvoorzienend.
Ik wil een wagen huren.
Meer vrouwen dan mannen lijden aan auto-immuunziekten.
Eens we de hersenen kunnen overhalen om zichzelf te herstellen
Ik heb nog niet geleerd om auto te rijden.
- Vanaf dit punt gaan we met de auto.
- Vanaf dit moment zullen we per auto gaan.
Een piano is duur, maar een auto is duurder.