Examples of using "Allumé" in a sentence and their dutch translations:
Ik deed het licht aan.
Ik deed de lamp aan.
Ik heb de koplampen aangestoken.
Ik heb het brand gesticht.
Ze deed het licht aan.
Tom deed het licht aan.
Het controlelampje van de startonderbreker brandt.
Hij heeft de televisie ingeschakeld.
Waarom heb je die brand gesticht?
Omdat het koud was, hebben we een vuur gemaakt.
Hij deed de radio aan.
Tom deed het licht aan.
Tom deed de lamp aan.
Tom deed de kaarsen aan.
- Tom stak de kaars op tafel aan.
- Tom heeft de kaars op tafel aangestoken.
Tom deed de kleine lamp op zijn nachtkastje aan.
Zodra je de tv zou aanzetten, zou alles daarover gaan.
Je hebt kaarsen in je kamer aangestoken.