Examples of using "'ne" in a sentence and their dutch translations:
Lach niet.
- Niemand wedt.
- Niemand gokt.
Huil niet!
- Vergeet mij niet!
- Vergeet mij niet.
Geef geen antwoord!
- Ga niet weg.
- Ga niet weg!
Niemand heeft haar aangemoedigd.
Verlaat me niet!
Wees nooit opdringerig.
Ga niet.
Niet vallen!
Niet kijken!
Lieg niet!
Geef geen antwoord!
Kom niet.
Rook niet.
Vergeet mij niet.
- Niet schieten!
- Niet schieten.
- Verkneukel je niet.
- Glunder niet zo.
Ga niet weg.
- Ga niet dood.
- Sterf niet.
Niet staren!
Glimlach niet.
Niet zingen.
Niet springen!
Niet praten!
- Niet kijken!
- Kijk niet.
- Niet bewegen.
- Niet bewegen!
Niemand gokt.
- Wacht even.
- Wacht eens.
- Lieg niet.
- Lieg niet!
Lach niet.
- Dwaal niet zo af.
- Niet kletsen.
- Niet bewegen.
- Geen beweging!
- Niet bewegen!
Blijf weg.
Niet storen.
Ik rook noch drink.
Vraag niet.
Geen paniek!
Hou hem niet tegen.
- Niet vouwen.
- Niet vouwen!
Scheld hem niet uit.
Vergeet me nooit.
Niet denken!
- Niet eten.
- Eet niet.
Niet duwen!
Teken niets!
Niets werkt.
- Zeg niets.
- Zeg niks.
Niemand vroeg.
Niet stressen!
- Verander nooit.
- Blijf onveranderd.
- Slurp niet!
- Niet slurpen!
Wees niet naïef!
- Niemand merkte het.
- Niemand had het door.
Wees niet onbeleefd.
Wees niet gemeen.
- Val haar niet lastig.
- Stoor haar niet.
Niemand bood zich aan.
Niemand heeft me geholpen.
- Niemand zal het merken.
- Niemand zal het opmerken.
Worstel niet.
- Niemand komt erachter.
- Niemand zal het weten.
- Ga niet weg.
- Ga niet weg!
Laat me niet alleen!
Word niet dik.
Wees niet verdrietig.
Niemand geloofde mij.
Wees niet verlegen.
- Klaag niet.
- Klaag niet!
Verlaat me niet!
Wees niet teleurgesteld.
Feliciteer me niet!
Doe niets onbezonnen.
Niemand wist dat.
Niemand weet dat.
Doe dat niet.