Examples of using "Tilasi" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft een bier besteld.
Tom bestelde een biertje.
- Wie heeft pizza besteld?
- Wie heeft er pizza besteld?
Tom bestelde pizza.
Voor wie is de pizza?
Tom bestelde een glas sinaasappelsap en een kopje koffie.
Tom bestelde een alcoholvrij drankje.