1. Home
  2. Translation in context
  3. Finnish-Dutch
  4. Pizzan

Translation of "Pizzan" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Pizzan" in a sentence and their dutch translations:

Toin pizzan.

Ik heb een pizza meegenomen.

Söin pizzan eilen.

Gisteren heb ik een pizza gegeten.

Me söimme pizzan.

Wij aten de pizza.

Me voimme tilata pizzan.

We kunnen een pizza bestellen.

- Tilasin pitsan.
- Tilasin pizzan.

Ik heb een pizza besteld.

- Kuka tilasi pizzan?
- Kenelle tuli pizza?

Voor wie is de pizza?

- Kuka tilasi pizzan?
- Kuka tilasi pizzaa?

- Wie heeft pizza besteld?
- Wie heeft er pizza besteld?