Examples of using "Rohkea" in a sentence and their dutch translations:
Ze was dapper.
Je bent zo dapper!
- Wie waagt, wint.
- Geen lef, geen roem.
- Hij die waagt, wint.
Tom was dapper.
Je hebt lef.
- U bent erg moedig.
- Je bent heel moedig.
Wie niet waagt, die niet wint. Je moet doortastend zijn.
Het dodemansanker, een moedige keus. Eerst graven we een greppel.
Het is warm. Een gedurfd besluit, maar jij bent de baas, laten we gaan.