Examples of using "Polttaa" in a sentence and their dutch translations:
- Zij rookt veel.
- Ze rookt veel.
Het vuur brandt.
Mijn vader rookt.
Je mag hier niet roken.
Het vuur brandt.
Ze rookt twintig sigaretten per dag.
- Is roken hier toegestaan?
- Mag hier gerookt worden?
Sommige houden een winterslaap om energie te sparen.
Hij wordt gemakkelijk boos.
Jane is dik en onbeschoft en rookt te veel. Maar Ken vindt haar schattig en charmant. Daarom wordt er gezegd dat liefde blind is.