Examples of using "Pari" in a sentence and their dutch translations:
We zijn een echtpaar.
Wat een duo!
En toen, een paar weken later...
Het paar besloot een wees te adopteren.
Geef me een paar dagen.
Geef me er een paar.
Peter en Eva zijn een mooi koppel.
Ik haal glazen.
Neem een paar dagen vrij.
"Liefste, kom naar bed." "Neen, nu nog niet. Ik moet nog enkele zinnen vertalen in Tatoeba."
Tom en Mary passen perfect bij elkaar.
Ik heb wat Franse boeken.
De oorlog duurde ongeveer twee jaar.
"Waarom is het toch dat je altijd maar één sok van een paar verliest?" "Als je ze allebei verliest merk je niet dat je ze kwijt bent." "Ah, natuurlijk."