Examples of using "Westerners" in a sentence and their dutch translations:
Over het algemeen eten westerlingen vis niet rauw.
In de 19e eeuw werkten westerlingen meer dan 60 uur per week.
Ze ontdekten dat westerlingen eender wat kunnen uitdrukken met ongeveer dertig symbolen, terwijl de oosterlingen een paar duizend ideografische tekens moeten onthouden.