Examples of using "Warm" in a sentence and their dutch translations:
Het is warm.
...en warm.
- Hou je warm.
- Houd u warm.
- Blijf warm.
- Bewaar het warm.
Het is warm.
Draag warme kleren.
Hou het warm.
- Ga je opwarmen.
- Ga u opwarmen.
Het is warm vandaag.
Het is vandaag erg warm.
De kamer was warm.
Deze winter is warm.
Het lijkt buiten warm te zijn.
Het water was warm.
Het huis is warm.
Zijn huid was warm.
Het zand was warm.
- Het is erg warm vandaag.
- Het is vandaag erg warm.
- Spoelen met warm water.
- Spoel met warm water.
- Haruko houdt van warme lentes.
- Haruko houdt van warme bronnen.
Het is erg warm vandaag.
Hoe warm is het?
Is dat water warm?
Het water is warm.
De thee is warm.
Het water is warm.
Het water is warm.
Het water is warm genoeg om erin te zwemmen.
- Het is erg warm vandaag.
- Het is vandaag erg warm.
Oké, soort van droog... ...maar warm.
De stoofpot is nog warm.
Rijst groeit in warme landen.
Rijst groeit in warme klimaten.
Het was een warme dag.
Sinaasappels groeien in warme landen.
Het is warm genoeg om te zwemmen.
Bloemen groeien in warme landen.
Het was zonnig en warm.
Probeer warm te blijven.
Het water was niet warm.
Het is erg warm in deze kamer.
Door de wond in warm water te doen...
Wanneer de lente komt, wordt het warm.
Tom probeerde Maria warm te houden.
Het is te warm voor mij.
Mijn hand is in warm water.
Tom deed warme sokken aan.
Het is heet vandaag.
Deze bloemen groeien in warme landen.
Ik zou graag een warme soep eten.
- Tom is warm.
- Tom is heet.
De braadpan was nog steeds warm.
Ik zoek een warme, wollen rok.
Het water is warm genoeg om erin te zwemmen.
Dit warme weer is ongebruikelijk voor februari.
Het water is lauw.
- Is het warm genoeg om te zwemmen?
- Is het warm genoeg om te gaan zwemmen?
De lente brengt warme dagen en prachtige bloemen.