Examples of using "Shelf" in a sentence and their dutch translations:
Hij plaatste het boek op de plank.
Stof het rek af.
Dit boek moet op de bovenste plank.
Zet het boek in de boekenkast alsjeblieft.
Er staat iets op de plank dat Tom wil.
Kun je bij de dingen die helemaal boven op de plank liggen?
Kijk eens naar deze producten in de supermarket.
Hij nam de zware doos van de plank.
Mijn zoon heeft alle boeken op die plank gelezen.
Ze zette haar cd's op een rijtje op de plank.
Deze vaas staat al jaren op de plank.
We zeilden tot aan de polaire ijskap.
Hij is te klein om het boek van de schap te nemen.
Tom klom op een stoel om de hoogste legplank te bereiken.
Als ik niet op een stoel sta, kan ik niet bij de bovenste plank.
Mary nam het strijkijzer van de plank, wikkelde het elektrische koord los, deed de stekker van het strijkijzer in het stopcontact en koos een warmtestand.