Examples of using "Shampoo" in a sentence and their dutch translations:
Wat is jouw lievelingsshampoo?
Hebben jullie shampoo?
Ik heb shampoo en tandpasta gekocht.
Tom wast zijn haar zonder een shampoo te gebruiken.
Shampoo en tandpasta zijn dezelfde prijs.
Ze kreeg shampoo in haar ogen.
- Ik was mijn haar niet 's morgens.
- 's Morgens was ik mijn haar niet met shampoo.
Ik was vaak mijn haar zonder haarwasmiddel te gebruiken.
Ik heb shampoo in mijn ogen gekregen en dat doet pijn.
Ik was mijn haar niet 's morgens.