Examples of using "Serbia" in a sentence and their dutch translations:
Ik kom uit Servië.
Servië wordt "Srbija" genoemd in het Servisch.
Kosovo was een provincie van Servië.
Belgrado is de hoofdstad van Servië.
De hoofdstad van Servië is Belgrado.
In Servië zijn de treinen erg traag.
Het is de derde grootste stad van Servië.
De treinen in Servië zijn verschrikkelijk langzaam.
Servië grenst aan Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Kroatië, Macedonië, Bosnië en Montenegro.
De treinen in Servië zijn verschrikkelijk langzaam.