Translation of "Panicked" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Panicked" in a sentence and their dutch translations:

I panicked.

- Ik panikeerde.
- Ik raakte in paniek.

Everybody panicked.

Iedereen raakte in paniek.

Who panicked?

Wie raakte in paniek?

Tom panicked.

Tom raakte in paniek.

No one panicked.

Niemand is in paniek geraakt.

- Tom's panicked.
- Tom's panicking.

- Tom is in paniek.
- Tom is in paniek geraakt.

No one has panicked.

Niemand is in paniek geraakt.

She panicked when she heard the police.

Ze raakte in paniek toen ze de politie hoorde.

But the leopard, clearly panicked, has other ideas.

Maar het luipaard, duidelijk in paniek, heeft andere ideeën.

Like the Austrians, they came under devastating  friendly fire, panicked, and routed.

zoals de Oostenrijkers, kwamen ze onder verwoestend eigen vuur, raakten in paniek en sloegen op de vlucht.