Examples of using "Ought" in a sentence and their dutch translations:
Mensen moeten werken.
We zouden moeten winnen.
Moet ik daarheen?
Je zou wat meer moeten oefenen.
Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan.
Je zou je belofte moeten houden.
We moeten ons aan de wet houden.
Je moet voorzichtiger zijn.
- Ze weten dat ze dat behoren te doen.
- Ze weten dat ze dat zouden moeten doen.
Je moet hem om advies vragen.
Je zou je huiswerk moeten maken.
Je zou je moeten schamen.
Je zou naar je moeder moeten luisteren.
Zou ik het hem moeten vertellen?
- Zou ik moeten gaan?
- Zou hij moeten gaan?
- Zou ze moeten gaan?
Hij zei dat u zou moeten gaan.
Ze zou wat moeten rusten.
Tom zou nog iets langer moeten wachten.
Dat is iets dat ik zelf behoor te doen.
We zouden Jordan naar het ziekenhuis moeten sturen.
Je bent te mager. Je zou meer moeten eten.
Ik denk dat je je bij haar moet verontschuldigen.
Ge zoudt moeten stoppen met roken.
- U zou hem moeten bedanken.
- Jullie zouden hem moeten bedanken.
Ze zouden er nu wel moeten zijn.
- Moet ik weg?
- Moet ik weggaan?
We zouden meer geïnteresseerd moeten zijn in milieukwesties.
Zij moet hem helpen.
We zouden vroeger moeten beginnen.
Ik denk dat je Tom zou moeten vragen dat te doen.
De foto was prachtig. Je had hem moeten zien.
Ik had mijn ouders moeten raad vragen in die zaak.
Ieder zou meester moeten zijn over zijn eigen lot.
Misschien kunnen we het beter zo laten als het is.
Zou ik het hem moeten vertellen?
- U zou beter wat voorzichtiger zijn.
- Je moet voorzichtiger zijn.
Je zou je belofte moeten houden.
Eigenlijk zou ik het moeten vragen, hè?
Gegeven dat het leven zo kort is, zou je je tijd niet moeten verspillen.
Het is beter als je niet weggaat.
- Ik vind dat je Tom moet laten doen wat hij wil.
- Ik vind dat jullie Tom zijn gang moeten laten gaan.
- Ik vind dat je Tom zijn gang moet laten gaan.
- Ik vind dat u Tom moet laten doen wat hij wil.
- Ik vind dat u Tom zijn gang moet laten gaan.
- Je lijkt moe. Je moet een uurtje of twee rusten.
- U lijkt moe. U moet een uurtje of twee rusten.
Je moet je beloftes niet breken.
- We moeten ons aan de wet houden.
- We moeten de wet respecteren.
Hij moest beter weten dan ruzie te maken met zo iemand.
Tegen de middag zouden ze moeten aankomen.
Hiermee moet het lukken.
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
- Je moet deze kans grijpen. Misschien krijg je hem nooit meer.
- Je moet die kans grijpen, want misschien komt ze nooit meer terug.
Ik zou genoeg geld moeten hebben gespaard om tegen Kerstmis een auto te kopen.
- Je moet elders zoeken.
- Je moet ergens anders zoeken.
Ik moet echt weg.
Het is beter als je niet weggaat.
Je zou je tong zeven keer in je mond moeten ronddraaien voordat je spreekt, dat zou je een boel zorgen en misverstanden schelen.
Je moet beter opletten.
Mary dacht bij zichzelf dat ze een nieuwe bedekking voor haar strijkplank moest kopen, aangezien de oude behoorlijk voddig begon te worden.
In de Nederlandse stad Maastricht zouden er 53 kerken moeten zijn; enkelen daarvan worden inmiddels als winkel, café of museum gebruikt.
In de Nederlandse stad Maastricht zouden er 53 kerken moeten zijn; enkelen daarvan worden inmiddels als winkel, café of museum gebruikt.