Translation of "Orphan" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Orphan" in a sentence and their dutch translations:

I'm an orphan.

Ik ben een wees.

He adopted the orphan.

Hij heeft de wees geadopteerd.

Tom is an orphan.

Tom is een wees.

They adopted the orphan.

Zij adopteerden de wees.

The couple decided to adopt an orphan.

Het paar besloot een wees te adopteren.

A child whose parents are dead is called an orphan.

- Een kind van wie de ouders dood zijn, is een weeskind.
- Een kind van wie de ouders dood zijn, is een wees.

- Children whose parents are dead are referred to as "orphans".
- A child whose parents are dead is called an orphan.

Een kind waarvan de ouders gestorven zijn, noemt men een wees.