Translation of "Lover" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Lover" in a sentence and their dutch translations:

Lover, come back to me.

Geliefde, kom bij me terug.

My lover doesn't love me.

Mijn lief houdt niet van mij.

Tom is a sushi lover.

Tom is een sushi-liefhebber.

Tom is a book lover.

Tom is een boekenwurm.

- I love dogs.
- I'm a dog lover.

Ik hou van honden.

- I love cats.
- I'm a cat lover.

Ik hou van katten.

- Tom loves horses.
- Tom is a horse lover.

Tom houdt van paarden.

Steven Jenkins: I always considered myself an animal lover.

Steven Jenkins: Ik was altijd al een dierenliefhebber.

Dan believes this tie belongs to his wife's lover.

Dan denkt dat deze das van de minnaar van zijn vrouw is.

- I am fond of cars.
- I am a car lover.

Ik ben dol op auto's.

The princess gave her lover a sabre covered with gold.

De koningsdochter gaf aan haar geliefde een met goud beklede sabel.

- She adores cats.
- She loves cats.
- She's a cat lover.

Ze is gek op katten.

- I like languages.
- I love languages.
- I am the language lover.

Ik hou van talen.

- I am a lover of the beautiful.
- I love things that are beautiful.

Ik hou van mooie dingen.

I can think of him as a very good friend, but I can't think of him as a lover.

Ik kan hem me voorstellen als een goede vriend, doch niet als een minnaar.