Examples of using "Liège" in a sentence and their dutch translations:
- We zijn met de bus van Aken naar Luik gereden.
- We zijn met de bus van Aken naar Luik gegaan.
We zijn met de bus van Aken naar Luik gegaan.
- Ken jij het verschil tussen een Brusselse wafel en een Luikse?
- Weet je wat het verschil is tussen wafels uit Brussel en wafels uit Luik?