Examples of using "Lean" in a sentence and their dutch translations:
- Bukken!
- Buig!
- Hou vol!
- Bukken!
- Buig!
- Bukken!
- Buig!
- Buig neer!
Steun niet op mijn bureau.
Ik heb de neiging om dit voorstel te accepteren.
Bukken!
Hij is groot en slank.
Dat waren gespierde vechtmachines, door die groenten.
Hij is groot en slank.