Examples of using "Jerusalem" in a sentence and their dutch translations:
Het sneeuwde in Jeruzalem.
Sami woont in Jeruzalem.
Jeruzalem is de hoofdstad van Israël.
Jeruzalem wordt "Yerushalayim" genoemd in het Hebreeuws.
Jeruzalem is de hoofdstad van Israël.
Jeruzalem is de hoofdstad van Palestina.
Jeruzalem is een symbolische stad voor moslims, christenen en joden.
Jeruzalem is niet alleen een moslim kwestie. Het is een internationaal kwestie.
Joden, christenen en moslims zijn het erover eens dat Jeruzalem een heilige stad is.
Zo zegt Kores, koning van Perzië: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is; wie is onder ulieden van al Zijn volk? De HEERE, zijn God, zij met hem, en hij trekke op.