Translation of "Christians" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Christians" in a sentence and their dutch translations:

- They are Christians.
- They're Christians.

Ze zijn christenen.

They are Christians.

Zij zijn christenen.

Christians believe in Jesus Christ.

Christenen geloven in Jesus Christus.

Christians don't go to mosques.

Christenen gaan niet naar moskeeën.

Many non-Christians celebrate Christmas, too.

Veel niet-christenen vieren ook Kerstmis.

Pagans have deified life and Christians have deified death.

De heidenen hebben van het leven een god gemaakt, de christenen van de dood.

Jerusalem is a symbolic city for Muslims, Christians, and Jews.

Jeruzalem is een symbolische stad voor moslims, christenen en joden.

Jews, Christians and Muslims agree that Jerusalem is a holy city.

Joden, christenen en moslims zijn het erover eens dat Jeruzalem een heilige stad is.

Saladin waits for the heat to rise and to see what the Christians will do.

Saladin wacht op de hitte van de dag ​​ en kijkt wat de christenen gaan doen.

Before the conquest by the Arabians, the majority of the Persians were Zoroastrians, but there were also Jews and Christians. So, who could imagine today that Iranians have Jewish or Christian ancestors?

Voor de verovering door de Arabieren waren de meeste Perzen zoroastranen, maar er waren ook joden en christenen. Wie zou vandaag durven denken dat Iraniërs joodse of christelijke voorouders hebben?