Examples of using "Irritated" in a sentence and their dutch translations:
- Hij werd geïrriteerd.
- Hij raakte geïrriteerd.
Tom zei dat hij geïrriteerd is.
Het antwoord maakte mij boos.
- Waarom ben je geïrriteerd?
- Waarom bent u geïrriteerd?
- Waarom zijn jullie geïrriteerd?
Tom raakte erg geïrriteerd.
Tom is erg geïrriteerd.
Hij werd kwaad.
Zelfs het geringste dingetje irriteerde hem.
Hij zei dat hij gewond raakte omdat het luipaard geïrriteerd was.
van generaal Brune, terwijl anderen geïrriteerd waren door zijn luide en opschepperige manier van doen.
Als iemand die Engels spreekt merkt dat een buitenlander met wie hij praat een van zijn zinnen niet begrijpt, dan herhaalt hij het, op dezelfde manier, maar harder, alsof de ander doof is. Het komt aldoor niet bij hem op dat de woorden die hij gebruikt wellicht te moeilijk zijn, of dat zijn uitdrukking wellicht op meerdere manieren door een buitenlander opgevat kunnen worden en dat hij het beter op een makkelijkere manier kan verwoorden. Het resultaat is niet alleen dat de ander het nog steeds niet begrijpt, maar ook geïrriteerd raakt omdat hij als dove behandeld wordt.