Examples of using "Indispensable" in a sentence and their dutch translations:
Niemand is onmisbaar.
Niemand is onmisbaar.
Tom is niet onmisbaar.
Tom is onmisbaar.
Water is onmisbaar voor planten.
Water is onmisbaar voor ons.
Zout is een onmisbaar ingrediënt om te koken.
Hij is een onmisbaar personeelslid.
En zo speelt elke burger een onmisbare rol.
Water is onmisbaar voor het leven.
Zout is een onmisbaar ingrediënt om te koken.
Vergaderingen zijn een geweldige valstrik. Ze zijn onmisbaar als je niets wilt doen.
Nadat ik over deze elementaire vraag grondig had nagedacht, kwam ik tot de conclusie dat het verschil tussen de onmisbare woorden 'belangrijk' en 'essentiëel', welke vaak beschreven wordt als 'aanzienlijk' of 'degelijk' door voorname mensen, niet belanrijk is, maar eerder irrelevant.