Examples of using "Incorrectly" in a sentence and their dutch translations:
- Hij heeft verkeerd geantwoord.
- Hij antwoordde verkeerd.
- Hij gaf een verkeerd antwoord.
- Hij heeft een verkeerd antwoord gegeven.
Tom spreekt mijn naam verkeerd uit.
Ik heb je e-mail nog niet ontvangen. Misschien heb je mijn e-mailadres verkeerd opgeschreven?