Translation of "Impeccable" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Impeccable" in a sentence and their dutch translations:

He is impeccable.

Hij is onberispelijk.

- He's spotless.
- He is impeccable.

Hij is onberispelijk.

He has impeccable manners, which means you can never be sure what he actually thinks!

Hij heeft onberispelijke manieren, wat betekent dat je nooit met zekerheid kunt weten wat hij echt denkt!