Examples of using "Fur" in a sentence and their dutch translations:
Dit is bont.
Dat is wolvenvacht.
Schapenvacht is donzig.
- Vacht beschermt dieren van de kou.
- Vacht beschermt dieren tegen de kou.
Dat lijkt me haar van een katachtige.
Vacht. Blijven hangen aan deze tak.
Hun vacht heeft gleuven die vocht aantrekken
- Men moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is.
- Je moet het vel van de beer niet verkopen voor hij geschoten is.
En het leven is niet makkelijk voor de pup van de pelsrob.
Maar de vacht van grote katachtigen ruikt vaak helemaal niet.
Doordat haar ogen bedekt zijn met huid en vacht, is ze totaal blind.
want het Agouti-gen had een verband met de pelskleur.
Ze zijn verwant aan de pelsrobben, maar zeven keer zo groot.
Hij trok zijn bontjas beneden uit, ging naar boven en klopte zachtjes op de deur.
Dit kleine eiland in Mosselbaai, Zuid-Afrika... ...is de thuisbasis van 4000 Kaapse pelsrobben.
Verder weg van de stadslichten... ...in de donkere open oceaan zijn de robben veiliger.