Examples of using "Finger" in a sentence and their dutch translations:
Zijn vinger bloedt.
Zijn vinger bloedt.
Haar vinger bloedt.
Dat was mijn vinger.
Ik heb mijn vinger verbrand.
Snij niet in uw vinger.
Ik heb mijn vinger gebroken.
Ik heb mijn vinger verbrand.
- De hand heeft vijf vingers: duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink.
- Een hand telt vijf vingers: de duim, de wijsvinger, de middelvinger, de ringvinger en de pink.
Zijn teen bloedt.
Ik heb zojuist in mijn vinger gesneden.
Mijn pink is opgezwollen.
Mag ik deze vinger hebben?
De middelvinger is de langste.
Het eten was om duimen en vingers af te likken.
Tom wees met zijn vinger naar Marie.
Zij stak haar middelvinger naar hem op.
Onze dochter heeft haar vinger verbrand aan een lucifer.
Onze dochter heeft haar vinger verbrand aan een lucifer.
...in mijn vinger stak.
Ik heb me met een mes in mijn vinger gesneden.
Koel uw verbrande vinger met stromend water.
Mary deed de ring om haar vinger.
Mary trok de ring van haar vinger.
Hij nam de ring van zijn vinger.
- Mag ik dit om je vinger doen?
- Mag ik dit om uw vinger doen?
liet ik mijn vinger langs de woorden glijden.
Mijn vader doet niets in huis.
Ik heb een splinter in mijn vinger.
Ik krijg mijn ring niet van mijn vinger.
- Volg mijn vinger zonder je hoofd te bewegen.
- Volg mijn vinger zonder uw hoofd te bewegen.
Tom heeft in zijn vinger gesneden en het bloedt behoorlijk.
Ze sneed haar vinger aan een glasscherf.
Maria had een ring aan elke vinger van haar linkerhand.
O nee, ik heb mijn vinger per ongeluk afgezaagd! Wat nu?
Pedicellariae zijn lange, vingerachtige aanhangsels... ...met drie kleine tanden op het eind.
Perfect om door hout te knagen. Die flexibele vinger heeft nog een ander doel.
Hij legde zijn vinger op zijn lippen als teken om stil te zijn.
De lerares wees met haar vinger naar mij en vroeg me om met haar mee te komen.
Tom had een splinter in zijn vinger, dus hij vroeg Maria hem te helpen het eruit te trekken.
Mensen die met een vork eten, wonen voornamelijk in Europa, Noord-Amerika en Latijns Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Oost-Aziƫ, en mensen die met hun vingers eten wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesiƫ en India.