Translation of "Debt" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Debt" in a sentence and their dutch translations:

What's your debt?

Hoeveel ben je verschuldigd?

He ran into debt.

- Hij maakte schulden.
- Hij liep schulden op.

I have a debt to pay.

Ik heb schulden die betaald moeten worden.

- He is up to his ears in debt.
- He's up to his ears in debt.

- Hij zit tot over zijn oren in de schuld.
- Hij zit tot over zijn oren in de schulden.

I'm up to my neck in debt.

Ik zit tot over mijn oren in de schulden.

Our debt is more than we can pay.

Onze schuld is groter dan dat wat we kunnen betalen.

We asked for the payment of his debt.

We eisten de terugbetaling van zijn schulden.

I have an outstanding debt of 10 dollars.

Ik heb een openstaande schuld van tien dollar.

Tom is up to his ears in debt.

- Tom zit tot zijn nek in de schuld.
- Tom zit tot over zijn oren in de schulden.

With their hands deep in debt, they plowed ahead,

diep in de schulden, maar ploegden vooruit

I will pay my debt as soon as possible.

Ik zal zo spoedig mogelijk mijn schulden betalen.

Worrying is like paying a debt you don't owe.

Je zorgen maken, is als een schuld betalen die je niet hebt.

Based on colonial debt they forced them to pay.

gebaseerd op koloniale schulden die ze hen verplichten te betalen.