Examples of using "Counted" in a sentence and their dutch translations:
Tom was aan het tellen.
Ik heb het geteld.
Je telde.
Het kind telde er tien.
Mary telde haar geld.
Ik telde tot drie.
Tom rekende op Mary's hulp.
- Tom telde.
- Tom was aan het tellen.
De internationale waarnemers hebben de stembrieven geteld.
- Op hem kan je vertrouwen.
- Hij is te vertrouwen.
Nu weet zij dat men op hem niet kan rekenen.
Op hem kan je vertrouwen.
Zorgvuldig telde de vrouw het geld, en zei toen: "Maar de 99 kopeke ontbreekt nog."
Op hem kan je vertrouwen.
- Op hem kan gerekend worden.
- Op hem kan je vertrouwen.
- Op hem kan gerekend worden.
- Op hem kan je rekenen.
- Je kan op hem rekenen.