Examples of using "Corner" in a sentence and their dutch translations:
Net om de hoek.
Het is bijna kerst.
en terug naar zijn hoekje.
Het gevaar ligt altijd op de loer.
Het is net om de hoek.
Draai naar rechts aan de volgende hoek.
Sla op de volgende hoek linksaf.
De bakkerij is om de hoek.
Het is bijna lente.
Tom zat in de hoek.
Hij draaide op de hoek naar links af.
Om de hoek reed een grote vrachtwagen.
Vlak om de hoek is er een café.
Er is een verschrikkelijk ongeval gebeurd op de hoek.
Ze zaten alleen in een hoek te praten.
Het ongeluk gebeurde bij de hoek.
De bakker zit op de hoek.
Kunnen we een tafeltje in de hoek hebben?
Ga om de hoek en je zult mijn huis vinden.
Aan de hoek draaide ze naar links.
Hij draaide op de hoek naar links af.
Tom zat in de hoek en sprak met niemand.
Ze gaat een hoek om en ziet een krab.
Eens was er een postkantoor op deze hoek.
Ik zag de auto langzaam om de hoek verdwijnen.
- Kerstmis komt eraan.
- Het is nu bijna Kerstmis.
En dit is wat je kunt zien van om de hoek.
Maar ze cirkelen elk geval allemaal in die hoek daar.
Maar ze cirkelen elk geval allemaal... ...in die hoek daar.
Het is bijna lente.
en het over die hoek slaan dus opnieuw moeilijk te maken
Tom en Maria zitten aan een tafeltje in een rustige hoek.
Met Kerstmis om de hoek zou ik wat boodschappen moeten doen.
De meeste ongelukken gebeuren dicht bij huis.
Bubba sneed gewoon de hoek af. En die slag hielp hem het toernooi te winnen.
Ik heb mijn auto bijgetankt bij het benzinestation op de hoek.
Op de hoek van de straat staan een glasbak en een bak voor gebruikte kleding.
Het is bijna kerst.
En om het te bereiken, moet je een reeks slagen omheen de hoek vanaf de tee maken.
Er is slechts één plaatsje in het heelal dat je zeker kan verbeteren en dat is jezelf.
Eén voor op de fairway te geraken, en nog een paar om rond de hoek om en op de green te komen.
Het is bijna kerst.
- Het is bijna lente.
- De lente komt eraan.
Het is bijna lente.
De boomgaard, wiens prachtige vegende takken met fruit naar de grond hingen, bleek zo heerlijk dat de kleine meiden er de hele middag in doorbrachten. Ze zaten in een grasveldje waar het groen de vorst bespaard was gebleven en de zachte, warme najaarszon aanhoudend scheen en aten appels en praatten zo luid als ze konden.