Examples of using "Choir" in a sentence and their dutch translations:
Tom zit in het koor.
Het Tsjechisch koor van scheikundigen echoot chaotisch.
Tom was geen lid van het koor.
Het koor zong een a capella-versie van het lied.
- Tom ging met andere leden van zijn kerkkoor kerstliederen zingen.
- Tom is met andere leden van zijn kerkkoor kerstliederen gaan zingen.