Examples of using "Celebrating" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben aan het vieren.
- Ik ben aan het feestvieren.
- Ik was aan het vieren.
- Ik vierde.
Viert Vera Pasen?
- Zit je iets te vieren?
- Vier je iets?
- Ben je iets aan het vieren?
- Vier je Kerstmis?
- Viert u Kerstmis?
- Vieren jullie Kerstmis?
De kinderen vieren de verjaardag van de jongen.
Vandaag vieren mijn vrouw en ik ons twintigste huwelijksjubileum.