Examples of using "Buses" in a sentence and their dutch translations:
Alle bussen zijn vol.
of het nu gaat om auto's, fietsen of bussen.
Alle bussen zijn vol.
Treinen komen vaker dan bussen.
Alle bussen zitten vol.
Om de tien minuten is er een bus.
- Alle bussen zitten vol.
- Alle bussen zijn vol.
Waarvandaan vertrekken de bussen naar het vliegveld?
Ik moet twee keer overstappen.
Waarvandaan vertrekken de bussen naar het vliegveld?
Als het regent zijn bussen gewoonlijk over tijd.
In de Verenigde Staten zijn schoolbussen geel.
Bussen in het land komen gewoonlijk niet op tijd.
Op het eerste gezicht lijken de twee bussen op elkaar.
De passagiers zitten op de stadsbussen samengeperst zoals sardines in een blik.
Bussen in het land komen gewoonlijk niet op tijd.
Als het regent zijn bussen gewoonlijk over tijd.